Er is een clan van machthebbers, ook in Nederland, die liever omgaat met de eigen soort, de invloedrijken en ‘succesvollen’ dan met de ‘anderen’. Dat heeft gevolgen voor het besturingssysteem van landen en organisaties. Je merkt om je heen dat het namelijk al een tijdje spaak loopt. Vaak heren die losgezongen zijn van de werkelijkheid.
Deze clan van (politiek) bestuurders leeft als het ware in de eigen ‘filterbubble’ en doen daarmee zichzelf tekort en raken verdwaalt in een nep-wereld en hebben niet in de gaten wat er echt speelt. Ze leven voort op de door hen gecreëerde apenrots en vertonen bij conflicten hun fijn door ontwikkelde rattengedrag in een verder boosaardige wereld. Raar woord eigenlijk Boos-Aardig. Een soort contradictie. We kennen ze maar al te goed.
De toeschouwers van deze dierentuin keuren enerzijds het rattengedrag af, maar stiekem verlangen ze er ook naar om er onderdeel van uit te mogen maken. Het succesmodel van de apenrots werkt en pakt hen beet.
Trump
Om dit keer even niet onze eigen politici en bestuurders het vuur aan de schenen te leggen, kijk ik naar de verafgoding van president Donald Trump. ‘You adore him or you hate him’. Fanatiekelingen verheerlijken zijn schelmenstreken en zien dat als belangrijke waarde, hij toont namelijk ‘guts’. En is daarmee de antiheld van de Amerikaanse middenklasse. Boos-Aardig dus. Maar kijk je goed waar hij die ‘ballen’ gewend was te tonen, dan is dat voornamelijk ontstaan in zijn gok- en vastgoedimperium. Waar ‘Monopoly’ en leven en dood belangrijker is dan ze netjes alle ‘Vier op een rij’ te hebben.
Egogedreven en narcistisch leiderschap ontstaat als je meent dat je het succes aan jezelf te danken hebt in plaats aan je schare fans, werknemers of burgers die in je geloven of geloofden. Je ziet dat overal, in het bedrijfsleven, binnen de overheid en de politiek.
Wat opvalt is dat de mens door deze leiders constant wordt gereduceerd tot cijfers en grafieken. Tot kwantitatieve termen. Groot, groter, grootst. Big, bigger, biggest. Van de ene tsunami naar de andere. Begrijpelijk, de burgers zijn in hun ogen slechts stemvee of werkslaaf. En we weten zo goed dat deze ‘leiders’ vooral hun eigenbelang najagen, dat ze voor korte duur presteren en na falen fijn job-hoppen naar de volgende functie in het centrum van de macht – die bekende apenrots. Vaak dat rotsblok dat ze voordien als politicus juist moesten controleren. Het is het soort leiders dat meent dat mensen, medewerkers of burgers, in het gareel moeten worden gehouden, dat ze onbetrouwbaar zijn en ongemotiveerd. Ze gijzelen hun schare fans en staan niet open voor informatie die ze niet willen horen, ze zien enkel hun eigen route, de rest is ‘fakenews’.
Laten we het duistere kantelen naar wat lichters
In dit duistere decennium waar de route naar verlichting een verlangen van velen is, zijn we op zoek naar een systeem waar we ons mee verbonden willen voelen, een die duurzaam is, respectvol en wederzijds winstgevend. En daar heb je deze apenrotsbewoners eigenlijk niet meer voor nodig. Overbodige dieren die hun nut in het oude systeem niet hebben bewezen breng je dan naar een sanctuarium, een beschermde plek voor ze, tot het overlijden.
Compassie is het toverwoord
We kunnen ook kiezen voor leiders met compassie. Dienstbare leiders die mensen binnen organisatie of omgeving zien als een waardevol onderdeel. Waar de egogedreven leider verdeelt, onderdrukt en overheerst, zal de compassievolle leider verbinden, ruimte en verantwoordelijkheid geven. Deze nieuwe leiders kijken meewarig naar de apenrots en kiezen voor maatschappijoriëntatie in plaats de carrière-oriëntatie, ze hebben inzicht in de dynamiek van de wereld, de duurzaamheidsprincipes en snappen als geen ander dat je met elkaar wint. Ze zijn als het ware het tegenovergestelde van autocratisch, ze zijn holacratisch, ze verdelen de ‘macht’ over de hele organisatie, het land, de stad, de wijk, de straat, de inwoners en in het bedrijfsleven bij teams. Bij de wortels van de samenleving. Waar iedereen eindbaas is over zijn eigen rol in het geheel. Zelfregulerend, zelfsturend en zelforganiserend.
Symbiose is wederzijds winstgevend
Holacratie komt van het Griekse ‘Holon’, dat ‘geheel’ betekent. Een holacratische organisatie stelt het hogere doel centraal, dat start bij het ‘waarom’. De missie die iedereen voelt. Een holacratie gaat over zelfsturing en samensturing. Het uit zich in zelfsturende kleine units binnen het grotere geheel. En heeft zelfs van nature wisselende teamrollen. Je ziet het terugkomen bij kleine wijkinitiatieven, bewonersbedrijven, bij buurtzorg en vooral bij start-ups die in netwerkorganisaties samen werken aan nieuwe diensten en producten. Leider en medewerkers zijn hier een geheel. Symbiotisch noem ik dat. Wederzijds winstgevend. Samen de uitdaging van ‘overleven’ oppakken.
Minnekozen en leiderschap
Symbiose is een leenbegrip uit de natuur. Het is de kunst van samenleven, niet in onmin maar juist in min met elkaar samenwerken. Minnekozend. Ook zo een mooi woord dat past bij symbiose. Of het nu de vliegenzwammen zijn onder een berk zijn of die kleine Nemo’tjes tussen het koraal. Symbiose zie je juist bij nieuwe manifestaties. Zij richt zich vooral op doorbraak denken, op het matchen op thema’s die elkaar nog niet ontmoet hebben. Soms is het intuïtie, soms ‘serendipity’, soms is het: samen kun je beter leven. Het is een organische manier van werken. Met gedeeld en eerlijk leiderschap. In teams weet je tenslotte wat je aan elkaar hebt. Met het toverwoord ‘vertrouwen’ als uitroepteken. Die teams helpen organisaties te excelleren. Die dragen samen zorg voor een betere leef- en werkomgeving, de achterstelling van vrouwen, kinderen en gehandicapten verbeteren (ook in de westerse landen) … om maar een paar dwarsstraten te noemen. In een vind-tocht naar een socialer leven in een echt gedeelde democratie. Kennen jullie deze kantelende teams. Ik hoor het graag.